“Mijn linkerhand rust op mijn onderbuik, mijn rechterhand ligt vlak naast mijn schaamlippen. Mijn snelle ademhaling laat mijn borstkas op en neer bewegen. Als ik iets rustiger ben kan ik mijn onderbuik op en neer voelen gaan en veert ook mijn schaamstreek iets mee op mijn ademhaling. Op het moment dat je inademt zet je onderlijf uit, vertelde Sanne me. Dan gaat je vagina een stukje open. Ik zie mijn vagina voor me als het spuitgat van een walvis. In natuurdocumentaires heb ik gezien hoe dat gat opent en sluit als een walvis een stukje boven water komt om te ademen.”

‘Sé, sé, sé’ is het verhaal van een jonge vrouw die in een christelijke gemeenschap is opgegroeid. Deze novelle is haar gebed. Zij is op zoek naar de balans tussen haar geloofsleven en haar seksuele verlangens. Hierbij stelt zij de vraag van wie haar lichaam eigenlijk is.

Iris Riemens (1998) is schrijver en beeldend maker. Haar werk verscheen eerder in onder andere de bloemlezing ‘In donzen dromen; De 100 beste gedichten uit De Gedichtenwedstrijd 2020’. De andere zijde van haar afstudeerwerk, een artistiek onderzoek naar het verhaal dat de christelijke gemeenschap vertelt over seksualiteit, is te vinden op www.irisriemens.nl.

Instagram: @iris.riemens